Jaaroverzicht 2017

Januari is traditioneel de maand van de jaaroverzichten: jaaroverzicht van het nieuws, jaaroverzicht van de sport, allerlei jaaroverzichten op de radio, enzovoort. Ongetwijfeld ga je daardoor zelf ook eens stilstaan bij het afgelopen jaar: hoe zag jouw jaar eruit? Naar welke kant neigt de balans? Wat wil je dit jaar hetzelfde doen of net anders aanpakken? Wat mogen de anderen je wensen op hun nieuwjaarskaartjes? 

De cijfers versus het gevoel

Deze decembermaand pakte niet zo goed uit voor me: nek- en rugproblemen en een longinfectie gooiden heel wat roet in het eten… Niet bevorderlijk voor mijn humeur. Ik had namelijk net 9 weken revalidatie achter de rug – met goede resultaten! – en had geen zin om dat effect meteen alweer te moeten prijsgeven. Ik wou echter niet mijn hele jaar laten overschaduwen door die decembermaand en nam er mijn kalender eens bij om te kijken hoe het jaar nu echt verlopen is.

Eerder dit jaar postte ik al een blog over het dagelijks leven tijdens mijn ‘ziekteverlof’ en ook op mijn kalender is het al snel duidelijk dat er echt veel tijd gaat naar ziek zijn en behandelingen: 88 ligdagen in het ziekenhuis, 4 operaties, 66 doktersconsultaties, 136 kinebeurten… Dat is best veel! Mijn dipje in december was dan toch niet zo vreemd? En toch… Zelfs in cijfers had ik al betere jaren, maar ook slechtere op dat vlak.

Siens blog ziekte

Veel bezoek ontvangen

Gelukkig heb ik heel wat fijne cijfers om dit aan te vullen: zo had ik bijvoorbeeld 65 keer bezoek van vrienden en familie. En dan reken ik mijn ouders nog niet mee, die komen zowat dagelijks als ik opgenomen ben! Ik hoor vaak mensen klagen dat ze, sinds ze ziek zijn of een beperking hebben, niemand meer zien. Ik heb die ervaring helemaal niet en ik denk dat de oorzaak van die eenzaamheid ook wat van twee kanten komt.

Enerzijds is het, naar mijn mening, nodig dat je ook zelf initiatief blijft nemen om het contact te behouden. Het argument ‘Ik ben ziek dus zij zouden toch moeten vragen hoe het met mij gaat?’ gaat niet echt op vind ik, zeker niet op lange termijn.

Daarnaast is er een goed evenwicht nodig aan info geven over je toestand. Als je alles voor jezelf houdt, denken mensen soms verkeerdelijk dat het allemaal zo erg wel niet zal zijn en kom je als aansteller over. Ook kan het zien van sommige beperkingen shockerend zijn voor sommigen en met wat uitleg kan het veel minder beangstigend zijn. Maar anderzijds is het ook erg belangrijk dat je over gewone dingen kunt praten net als vroeger, en dat je interesse blijft tonen in de ander.

Vriendschap komt van 2 kanten, en dat geldt net zo goed voor zieke mensen of mensen met een beperking. Voor mij is sociale media een fantastische hulpbron om contact te houden met mijn vrienden en kennissen, ook op slechtere dagen. Ik moet ook bekennen dat ik waarschijnlijk ook een beetje geluk heb met mijn vrienden, ze zijn 1 voor 1 bijzonder trouw en zijn er voor mij in de goede dagen en in de slechte dagen. Een aanpassing maken voor mij gebeurt al zonder dat het eigenlijk ter sprake komt: feestjes vinden thuis bij mij plaats en als we ergens heen gaan, is er altijd wel iemand die met mijn auto wil rijden en me komt oppikken. Supervrienden heb ik!

Sien en haar familie en vrienden

Veel gedaan

Veel vergaderd ook in 2017: ik woonde maar liefst 29 vergaderingen bij van verenigingen die me nauw aan het hart liggen. Vergaderen klinkt misschien saai en ook ik ken de soms wat saaie maar noodzakelijke vergaderingen op het werk over praktische zaken zoals uurroosters, verloning, kilometervergoedingen en andere praktische zaken. Deze vergaderingen zijn echter anders! Het gaat om de organisatie van een muziekfestival en het werk achter de schermen om een jeugdkoor draaiende te houden. Het is constructief en het combineert 2 van mijn passies: onder de mensen zijn en muziek. Het laatste weekend van september kon ik dan ook genieten van het eindresultaat van dat alles: een geslaagd stemvorkfestival waarop ook ‘mijn’ jeugdensemble Eufonia meezong!

Veel weggeweest

Ik ging ook op reis met de hele familie naar de Veluwe in Nederland. Mijn gezin is altijd voor kamperen geweest en zo ben ik ook opgegroeid. Door mijn beperking is dat nu onmogelijk (tenzij met erg gespecialiseerd en duur materiaal…), dus ging ik op zoek naar alternatieven. Liefst dichtbij, want ik kan niet zo goed erg lang in de auto zitten en mijn neefjes zijn daar ook geen kei in… De vrijheid, privacy en de nabijheid van natuur wilden we behouden. Twee jaar geleden viel mijn oog op Coldenhove, een Landalpark op de Veluwe (Nederland, nabij Apeldoorn) met enkele rolstoelvriendelijke huisjes op hun domein. Daar gingen we met de hele familie naartoe en dat is ons allemaal zo bevallen dat we telkens bij het thuiskomen het huisje alweer vastleggen voor het jaar daarop! We komen er echt tot rust, de kinderen kunnen er veilig spelen en we genieten ten volle van de ‘quality time’ onder mekaar. Voor mij is het extra heerlijk dat mijn familie die week eens de volledige zorg opneemt, en er dus geen vaste tijd is voor opstaan, wassen en kleden, kine… mijn zussen en moeder wisselen af en ik ben hen daar erg dankbaar voor!

Ik had in 2017 maar liefst 56 uitstapjes! Dat is meer dan 1 gemiddeld per week, wat best veel is als je dat naast al die ligdagen in het ziekenhuis legt. Bovendien is het ook weer een record voor mezelf voor de laatste jaren! Hoogtepunten waren onder meer etentjes en verjaardagsfeestjes van vrienden, communiefeesten van familie, mooie concerten, cinemabezoekjes, 3 festivals (waaronder eentje mee georganiseerd!), het bijwonen van de Memorial Van Damme, een musical en maar liefst 3 kerstmarkten (ik lag de vorige 3 jaar in het ziekenhuis dus had nog wat in te halen…).

Sien Lagae op stap

Een paar vreemde reacties

Soms krijg ik vreemde reacties van mensen die mijn situatie minder goed kennen. Ze vinden het vreemd dat ik ‘nog zo veel’ kan doen als ik dan toch zo ziek ben als beweerd wordt. Als ik zo’n opmerking krijg, word ik niet kwaad, maar probeer ik wel uit te leggen dat de waarheid minder rooskleurig is dan ze denken. Die uitstapjes zijn voor mij de broodnodige lichtpuntjes die me positief houden in de moeilijke periodes. Ze vragen vaak heel wat voorbereidingen: checken of de locatie toegankelijk is, of er een aangepast toilet is, of er een stopcontact is om zuurstof op te laden, of er parkeergelegenheid is op een redelijke afstand, of het niet te warm/koud zal zijn, of het niet te lang zal duren voor me, of het niet te ver rijden is, of er een chauffeur is,… Maar eens alles geregeld is (en daar word ik gelukkig steeds vlotter in), kan ik van die dagen zo hard genieten! Ondanks dat ik dan de hele tijd foto’s aan het maken ben, kan geen instagramfeed noch snapchatbericht of facebookpost weergeven wat dat met me doet. Zonder zou mijn leven echt erg zwaar zijn, met is het dragelijk en ben ik doorgaans echt gelukkig!

Kortom

Als ik moet zoeken naar het woord dat mijn jaar 2017 het beste omschrijft dan is het dit: intens. 2017 was een intens jaar, met veel dieptepunten, maar gelukkig ook veel momenten die ik nooit zal vergeten! En zo wil ik ook 2018 aanpakken. Op mijn planning dit jaar staan bijvoorbeeld de geboorte van mijn zus’ 3de kindje, enkele festivals, een cruise naar de Middellandse Zee met een van mijn beste vriendinnen, een weekje naar de Veluwe met de hele familie,… Klinkt best goed, toch?!

Hoe kijk jij terug op het afgelopen jaar? Wat zijn jouw trucs om het vol te houden in mindere periodes en om je sociale contacten te behouden? Welke plannen heb jij al voor 2018? Ik lees ze graag in de reacties hieronder!

Burugo ziet concurrentie

Burugo is de enige rolstoeler in het dorp. Dat brengt een aantal privileges met zich mee… tot er ineens een andere rolstoeler opduikt op straat!

Ons dorp telt tegenwoordig twee rolstoelers, bejaarden en brekebenen buiten beschouwing gelaten. Jarenlang had ik het alleenrecht, maar dat is plotsklaps voorbij. En niemand heeft even de moeite genomen mij om toestemming te vragen of om mij op zijn minst even te informeren.

De eerste keer dat-ie langskwam ben ik mij een hoedje geschrokken (een blauwe met zo’n veer er op)! Hij is net als ik een zelfduwer in een sportieve rolstoel, en ook nog eens een stuk jonger dan ik. Maar gelukkig ben ik knapper (aldus mijzelf). Ook hij rijdt vaak rondjes door het centrum dus we treffen elkaar regelmatig.

Een tijdje geleden reed hij achter mij de helling van de rivierdijk op, en ik moet eerlijk bekennen dat ik zo hard mogelijk naar boven reed om niet ingehaald te worden. Het zal me toch niet gebeuren dat ik van de twee rolstoelers in ons dorpje de langzaamste ben! Gelukkig bleef ik hem, met vuurrood hoofd en naar lucht happend, ruim voor. Maar misschien hield hij zich in, dat kan natuurlijk ook.

Ik voel mij nu net een kind dat er een broertje bij heeft gekregen. Gezellig, maar ik moet plotseling wel van alles delen. Die ene parkeerplaats bij de buurtsuper, die ik overigens nog nooit gebruikt heb want het is vlak bij mijn huis, maar hij was wel exclusief voor mij! Het invalidentoilet in de bibliotheek dat ik al deelde met een kar vol schoonmaakspullen en een strijkplank (mij altijd afvragend wat men zoal strijkt in de bieb). En de verlaagde pinautomaat bij de bank waar ik altijd mijn geld koop.

We zijn nog niet sociaal interactief, mijn concullega en ik. We zitten momenteel op het niveau van ongemakkelijk groeten. Maar dat gaat spoedig veranderen want er is bij ons binnenkort braderie met een biertent, dus dan kunnen we samen onder een statafel gaan zitten, biertjes drinken en worsten eten tot we erbij omvallen.

Burugo

 

Ontdek meer columns van Burugo op dwarslaesie.nl/column of op facebook.com/burugocolumns

Ook op onze blog kan je nog meer columns lezen van Burugo. Zeker de moeite waard!

Mijn diagnose: HSP en bipolair

Ook al zijn we allemaal bekend met gedachten, emoties en observaties, het fenomeen erdoor overweldigd te worden, is taboe. Wat mensen wel begrijpen, zijn diagnoses – want diagnoses zijn ‚echt’. Dit is Sanne, en zij vertelt openhartig over haar diagnose.

Op 21 december werd ik wakker en alles was donker. Alles was donker in mij. Er drukte een zwaarte op mij die me vastkluisterde tussen de lakens. Slechts één gedachte drong zich op: Ik wil weg. Weg van hier. Weg van mezelf. Ik lag bedolven onder een berg van gedachten, emoties, observaties en al die kleine dingen die ik me eigen had gemaakt. Maar dit fenomeen bleek al gauw taboe om over te praten. Waar mensen wél voor open staan, zijn diagnoses – want diagnoses zijn ‚echt’.

Ik ben Sanne, en mijn diagnose heet ‘hoogsensitief en bipolair’.

Een fijn zeefje vs een grof vergiet

Toen ik 17 was betrad ik voor het eerst de wereld van de psychotherapie. Ik studeerde Woordkunst-Drama, en theater is in contact staan met de wereld rondom ons én onszelf. Het is observeren en met het observatiemateriaal aan de slag gaan. Kijken, voelen en alles eruit gooien. Dat was veel om mee om te gaan. ‚Hoogsensitiviteit’, was toen het antwoord dat klonk.

Jullie kennen sensitiviteit vast, aangezien we allemaal mensen zijn met een zenuwstelsel en emoties. Onze hersenen werken als een zeef en prikkels zijn als zandkorrels. Maar sommige mensen hebben een fijn zeefje dat selectief te werk gaat, anderen lopen rond met een vergiet dat alles binnenlaat. Dat is onze sensitiviteit. Het komt in alle maten en vormen, want ook al zijn we gemeenschappelijk ‚mens’, we zijn ook zeer individuele mensen. Met wetenschappelijke termen heet dat ‚Sensory Processing Sensitivity’. Oftewel, hoeveel zandkorrels er binnenkomen. ‚Emotionele reactiviteit’ heet het effect dat die zandkorrels op ons hebben. Ik heb een vergiet in mijn hoofd, het sorteert niet zo fijn. En mijn emoties zijn navenant.

Er bestaat een vragenlijst die gebruikt wordt om die gevoeligheid in kaart te brengen. De vragen die in die lijst worden gesteld, schetsen een mooi beeld van wat die gevoeligheid juist inhoudt. „Ben je snel overweldigd door zintuigelijke impulsen?” „Merk je snel details in je omgeving op?” „Ben je gevoelig voor de emoties van anderen?” „Ben je snel geroerd door kunst - muziek, films, verhalen, …?”

Mijn innerlijk strand

Als de zandkorrels komen binnendruppelen, kan dat mooi zijn. Kleine details maken het leven mooi. Het paars van een lavendelveld - visueel. De geur van koffie – geurzin. Die ongelooflijk zachte trui of de huid van een geliefde – tastzin. Zolang de zandkorrels klein en handelbaar zijn, is het prachtig. Details die anderen voorbij gaan, merk ik op. Daarom hou ik van theater. Het is een spel met het visuele en gehoorzin, het fysieke en het emotionele. Soms subtiel, soms uitgesproken. Mijn observaties zijn scherp, want de kern zit in details. Ik zie zowel de boom, als de nerven van elk blaadje. Daarbij werkt elke zandkorrel als een inspiratie voor analyses en creativiteit. Want alle zandkorrels zijn samen één volledig strand, en zand is kneedbaar. Elke korrel die binnenkomt, wordt op de juiste plek gelegd op het strand – in verband gebracht met een groter geheel. Ik heb veel korrels om mee aan de slag te gaan, dus mijn strand is een zeer weidse plek.

Alle korrels zijn gelijk, maar sommige zijn meer gelijk dan andere

Soms verlies ik controle over al die korrels. Dan geven ze me te veel energie. Dan blijf ik te lang met dezelfde korrel in mijn handen zitten, want ik zie verbanden met alle andere korrels. Logische verbanden, die kort gelegd worden. En verbanden die ver en uitgerekt zijn. Dan slaap ik slechts enkele uren, want ik probeer te begrijpen en te uiten wat er in zit. Ik probeer dat strand te schetsen, met woorden en met beelden of met welke vorm van creativiteit. Ik heb lange gesprekken met mezelf en met anderen, en wat logisch klinkt voor mezelf, is koeterwaals voor de ander. Mijn woordenstroom verliest alle zicht op snelheidscontrole en logica. Ik wentel me in mijn strand, maniakaal. Dan gaat alles aan topsnelheid, mijn creativiteit, mijn tempo, mijn gedachten. De spanning kruipt in mijn lichaam, mijn spieren moeten bewegen, ik moet dansen, ik moet mensen ontmoeten, ik moet ideeën opslorpen, ik moet filosofieën wisselen, ik moet feesten, ik moet schrijven, ik moet opruimen, ik moet de slaapkamer schilderen, ik moet op reis gaan, … Ik moet exploderen.

Explosie naar implosie

In termen van bipolariteit heet dit een ‘manische periode’, al zijn daar ook verschillende gradaties en vormen in. Er zijn mensen die alle controle verliezen en zich laten gaan in hun impulsiviteit. Ze verkopen al hun bezittingen, verdwijnen met de noorderzon, verliezen zich in projecten, verbranden bruggen, gaan op in losse seksuele contacten, etc.

We zijn allemaal anders. Ik ben niet zo extreem, dus als ik zogenaamd manisch ben, valt het niet zo op voor mijn omgeving – op enkele goede vrienden en familie na. Ik lijk gezond en gelukkig. Ietwat bizar, misschien, maar positief. Ik bruis van het leven, dat is een teken van gezondheid. Ik lijk productief, ook al wordt niets afgewerkt. Ik zie er gelukkig uit, beweeglijk, gezond. Maar explosies zijn destructief, en die destructiviteit wordt vaak over het hoofd gezien want de schade is persoonlijk. Ik geloof dat ik middenin de opbouw van een gigantisch en prachtig gedetailleerd zandkasteel zit, tot ik de chaotische werkelijkheid zie. Een grote hoop zand, met duizenden verschillende korrels die overal verspreid liggen. Losse eindjes zonder resultaat. En dan komt de keerzijde, want als er zoveel binnenkomt, wordt het ooit te veel.

Dan implodeer ik. Dan zijn de openingen in mijn vergiet verstopt door al die zandkorrels die binnen willen komen. Alles in me kaatst een pertinente ‚NEE’ terug. Alle verloren uren slaap moeten worden ingehaald. Mijn brein is overhit en kan zelfs simpele beslissingen of vragen niet aan. Confituur of choco? Koffie of thee? Slapen of waken? Welk woord? Welk gevoel? Net zoals er niets binnenkomt, gaat er niets naar buiten. De verstopping koppelt me los van de buitenwereld én van mezelf. Na alle veelheid komt Het Grote Niets. Ik ben niets. Dat zijn depressieve periodes. En die zijn wel zichtbaar, die zijn wel merkbaar. Maar wat zovelen ook beweren, er is geen standaard remedie – het is niet zo evident om ‚gewoon uit bed te komen’. Opstaan, douchen, eten, leven, alles valt even stil. Ontprikkelen, dat is al wat kan en moet. Om door al dat zand het strand weer te kunnen zien.

Bedolven onder mijn zandkasteel

Op 21 december werd ik wakker onder een berg zandkorrels. Onder een hoop donkere zwaarte die me neerdrukte. Ik had net enkele weken op volle toeren geleefd. Ik had me gesmeten in nieuwe ontdekkingen, ik volgde mijn intuïtie van het ene project in het andere. Een cursus hier, een theaterproductie daar, een nieuwe job, een druk sociaal leven, losse en vaste ontmoetingen, de wereld lag aan mijn voeten. Tot er enkele klappen kwamen, en ik was opgebruikt en uit mezelf gekatapulteerd.

Het resultaat waren paniekaanvallen bij de kleinste prikkel, uren en dagen onafgebroken slaap en een overdonderende verdoving. Ik moest me terugtrekken, opsluiten, ontprikkelen. Maar leg dat maar eens uit aan je werkgever. Want deze ziekte is niet meetbaar. Er was geen thermometer die deze koorts mat. Mijn bloedwaarden waren op peil. Deze ontsteking was onzichtbaar, deze zweer zat op mijn emoties en zintuigen.

Er rust een grote taboe op het onzichtbare, omdat we vaak zo gefocust zijn op het zichtbare. Net als mensen met een fysieke beperking vaak worden bestempeld als een ‚zieke’, een hulpbehoevende, worden mentale en emotionele eigenaardigheden onbegrepen wegens onzichtbaar en onmeetbaar. ‚Eerst zien en dan geloven.’ Het is een kortzichtige manier om naar de wereld te kijken; het snijdt een veelheid van onze beleving weg en laat een gapende leegte, een blinde vlek. Want wat niet zichtbaar is, is daarom niet afwezig.

Die nieuwe job haakte al snel weer af. Vrienden verdwenen van het toneel, want het kost moeite om zowel de berg zandkorrels als degene die eronder ligt te begrijpen. En toch waren er die enkelingen die begrepen dat er niet meer nodig was dan slechts aanwezig zijn. Dat het harde werk van mijzelf moest komen, want degene die bedolven is, is de enige die zich kan uitgraven.

Met elke val en elke vlucht de hoogte in, leer ik meer over mezelf en over mijn omgeving. Over mijn sterktes en zwaktes, en hoe die zwaktes ook sterk zijn. Ondertussen zijn we weer enkele maanden verder en ik sta weer op twee voeten, met het zand tussen mijn tenen en een weidse blik vooruit. Voetje voor voetje, stap voor stap. Ik ben er weer klaar voor. En ik sta niet alleen.

Groet, Sanne

Wil je meer weten over hoogsensitiviteit, dan kan ook het interview lezen met Toni De Coninck over zijn boek De Windvanger. Worstel je zelf met vragen en zoek je professionele hulp, aarzel dan zeker niet om contact op te nemen met een gespecialiseerde psycholoog in je buurt.

Energiepijl op knipperlicht

Ondertussen geeft Kristien een dikke twee jaar therapie aan o.a. mensen die vanuit een burn-out in een depressie belanden. “Niemand uit mijn omgeving begrijpt mij”, heeft ze wel vaker gehoord. “Ach, trek je dat niet aan” is dan vaak haar antwoord. Totdat ze plots zélf thuis zit…

Ongeveer twee maanden geleden, van vandaag op morgen, voelde ik me plots niet goed. Een griepje of zo dacht ik. De dokter wist dit meteen te doorprikken met de vraag “Ervaar je de laatste tijd soms veel stres?”.

Stress, ik? Het lachen verging me meteen. Stress, ja ik!

Meteen werd ik twee weken thuis geschreven en dit werd steeds verlengd. De eerste twee weken voelde ik me vooral slecht, het werd precies slechter door thuis te zitten. Ik kon niet meer veel, kreeg snel ademproblemen en benauwdheid als ik nog maar iets moest regelen.

Daarna kwam het eigen ongeloof: Ik kan niet gaan werken, maar ik kan wel hier thuis wandelen met de hond of op een podium staan en acteren?

Het moment dat ik dat eindelijk doorworsteld had en quasi aanvaard had (de ene dag iets meer dan de andere), dan kwam ook nog het onbegrip van de omgeving: “Allé, je straalt vandaag! Je hebt toch nog de herneming van heel dat theaterstuk kunnen organiseren en regelen, het gaat dus wel weer beter eigenlijk? Wanneer ga je terug werken? Hoezo, je kan nog niet gaan werken? Dat snap ik niet…”

Awel, lieve mensen, dat snap ik zelf ook niet!

Het ene moment heb ik energie voor 100, het volgende moment heb ik energie voor drie. Het is een knipperlichtrelatie op dit moment met mijn eigen energiepeil. En er is geen touw aan vast te knopen! Op dit eigenste moment voel ik dat mijn hoofd zwaarder word, een druk boven mijn ogen, mijn hart begint sneller te slaan, benauwdheid op de borst omdat ik een blik werp op de tijd en de e-mails die nog op mij staan te wachten om nog maar te zwijgen over telefoontjes die ik nog moet doen i.v.m. de herneming van het theaterstuk dat alweer voor de deur staat…

Eigenlijk zou ik nu in mijn bed willen kruipen, even willen slapen en rusten, maar het is alsof het niet mag van mezelf: ‘er moet nog zoveel’.

Stress, ik? Stress, ja ik!

Het is niet makkelijk om dit uit te leggen aan mijn omgeving, ik weet gewoon niet hoe. Vanbinnen voel ik me leeg, op, maar vanbuiten straal ik met momenten, of forceer ik en zet ik door. Graag zou ik al mijn ‘moetens’ eens even afgeven en heel hard schreeuwen: ‘het is te veel!’, zodat iedereen eindelijk eens luistert. En gewoon enkel nog leven vanuit de energie die ik voel als ik dan daadwerkelijk op dat podium sta. En gewoon kan zijn in het moment, in de rol, waar geen duizend-en-één dingen door mijn hoofd razen van alles wat nog niet af is, waar ik alles rond me heen vergeet, waar het enige is dat telt: dit, spelen, acteren, in het nu, op het podium. Waar iedereen even stil is, en luistert, écht luistert naar wat ik te zeggen heb.

En daar op dat moment aanvaard ik mezelf ook meer dan ooit, valt alles weg en ondanks de rol die ik speel, de dans die ik wals, kan ik toch dan het meest mezelf zijn…

Ervaar jij ook soms zo’n momenten dat je jezelf onbegrepen voelt door iedereen rond je heen, maar dan toch ook weer kracht kan halen uit bepaalde zaken die je doet? Wanneer voel jij die energie die ik voel wanneer ik op een podium sta? Wat is jouw kracht?

And the Award goes to…

…Rolmodel! Op zaterdag 1 april 2017 (nee, geen aprilgrap!) wonnen we de TYOP Award in de categorie ‘Impactful Reporter’, uitgereikt door JCI Belgium. Het is een hele eer om bij de eerste lading TYOP’ers te horen in ons land en bij zo’n mooie Award hoort natuurlijk ook een emotionele acceptance speech…

Geachte leden van de jury, liefste publiek,

het is met ontzettend groot genoegen en plezier dat ik de allereerste Belgische Award voor ‘Impactful Reporter’ in ontvangst neem als oprichter van Rolmodel.be.

Ik moet eerlijk zijn, ik kende JCI niet, had er zelfs nog nooit van gehoord, tot ik een e-mail met een nominatie vond in de Rolmodel mailbox. Ik heb gemerkt dat dit zo’n beetje de standaard is in ons land: het goede nieuws, het eerlijke nieuws, het nieuws waar je warm van wordt, dat krijg je alleen via via te horen als je er je oren voor open zet. Dat was ook zo met Rolmodel. Niet zo heel lang na mijn ongeval vond ik het zoeken naar informatie die her en der verspreid stond te vermoeiend en besloot om alles te bundelen, informatie en eerlijke verhalen, op één platform. Het is een wilde rit geweest…

Deze Award is dan ook een boost die net op tijd komt, want deze blog onderhouden is niet eenvoudig. Het vraagt toewijding, tijd en energie die niet altijd makkelijk te vinden is. Niet voor mezelf, maar ook niet voor mijn redactieteam van mensen met een beperking en mantelzorgers. Onze handen zijn altijd vol. Maar toch gaan we door. Want wat we doen heeft een impact. Het toont anderen in eenzelfde situatie dat ze niet alleen zijn. Het opent ogen. En geeft moed.

En zo raken we, beetje bij beetje, van mond tot mond, gekend bij mensen die niet rechtstreeks met ons verbonden zijn. Zoals die van JCI Belgium, een straffe organisatie van filantropen, mensen die we wereld oprecht willen verbeteren zonder geldgewin. Zonder er iets voor terug te willen. Gewoon, omdat ze vinden dat het goede nieuws, het eerlijke nieuws en het nieuws waar je warm van wordt gehoord moet worden.

Danku, danku, danku

Voor deze Award kan ik dan ook alleen maar met heel mijn hart ‘danku’ zeggen. Danku aan de jury van JCI, maar zeker ook danku aan alle schrijvers en leden van het redactieteam die Rolmodel hebben gemaakt tot wat het is. Stuk voor stuk straffe mensen die ik hier graag een keer bij naam noem, maar eerst is er toch één persoon die een aparte vermelding moet krijgen. De rots in Rolmodel’s branding en de onzichtbare hand die al van in het begin vrijwillig helpt om Rolmodel draaiende te houden: Sarah Claeys, mijn grote zus. Zij zorgt ervoor dat Rolmodel kwalitatief hoogstaand blijft en dat ik de ruimte krijg ook andere dromen na te jagen. Een ongelofelijk dikke ‘merci’!

Verder zou ik dus ook alle schrijvers heel graag willen bedanken :
Berte Gubbelmans,
Charlotte Aelbrecht,
Corné Ouburg,
Kristien Maus,
Laura Van Alphen,
Lien Devlamynck,
Luc Malcorps,
Mireille Deville,
Sien Lagae,
Trix Vertogen,
en al onze gastschrijvers.

Ik bedank ook graag mijn familie en vrienden die me gesteund hebben tijdens dit avontuur de afgelopen twee jaar, met raad, blogposts, foto’s en morele steun. Een hele dikke merci – deze Award is voor jullie! <3

Dikke kussen,

Steven.

Wil jij voortaan ook meewerken aan deze Award-winning blog? Reageer onderaan dit bericht, stuur een mailtje naar redactie@rolmodel.be of neem contact op via Facebook!